Van een hoogleraar politicologie zou men mogen verwachten dat hij/zij nadere uitleg gaf aan de betekenis van anarchisme en op welke denk(st)er(s) in die richting hij/zij zich georiënteerd heeft. Als zo iemand “bekent” anarchist te zijn geweest. Maar neen, Jean Tillie doet zulks niet. Jean Tillie kraakte, gooide met stenen naar de politie (maar vond het wel zielig voor de paarden!), was tegen kernenergie en kernwapens. Van dit “anarchisme” ben ik zachtgezegd nooit diep onder de indruk geweest, online is dit niet eens zo ruim gedocumenteerd. Van Peter Chelčický via Emma Goldman tot [omstreeks 1980 wellicht de belangrijkste eigentijdse anarchist] Murray Bookchin, het blijft stil namens Jean Tillie. Hij gooide met stenen. En daar is hij van af geraakt na een feestje in de Groote Keyser, begrijp ik. Zo iemand haalt het niet ondanks maar ongetwijfeld juist dankzij het gebrek aan enige diepgang of merkbare intellectuele bagage tot hoogleraar. Zo gaat het in Nederland. Misschien niet alleen in Nederland maar het zou goed kunnen dat je in dit land wel een extra streepje voor hebt. Tenslotte gaat het daar tevens en in hoge mate om bij de Maagdenhuisbezetting, ook al dreigt de actie sufgeluld te raken in commissies over mogelijke democratisering etcetera. Het is veel, wat overhoop gehaald wordt bij een dergelijke bezetting en dit reduceren tot cosmetische veranderingen in de bestuursvorm leidt af van waar het om gaat. “Het rendementsdenken” ter discussie stellen raakt de ideologie van het zogeheten neoliberalisme in het hart. Studie van het Tsjechisch verlangen (bijvoorbeeld om Chelčický in zijn eigen taal te lezen…) en het ontdoen van de academie van de eis van “maatschappelijke relevantie” zijn in hoge mate subversief, want conservatief. David Graeber heeft hier in zijn optreden op 7 maart in het Maagdenhuis op gewezen. Opmerkelijk overigens hoe het begrip “maatschappelijke relevantie” is […]
↧